Translate
Home
Family
Podium
   Paerlen
   Take 5
   We Do
   Paintings
   Poetry
Communicatie
New(s)
Agenda
Fun
Guestbook
Links
Contact
Sitemap


vorige pagina

Keuzevrijheid patiënt is heilig

door Michiel Klinkhamer

Minister Hoogervorst van Volksgezondheid wil, aan de leiband van de Inspectie voor Volksgezondheid (IGZ), alternatieve geneeswijzen en de daarin werkzame therapeuten aanpakken. Hij liet daar op het achtuurjournaal van donderdagavond 19 februari jl geen twijfel meer over bestaan.”Alternatieve geneeswijzen” is in feite echter een negatieve en generaliserende kwalificatie: het zegt alleen iets over wat ze niet zijn, namelijk reguliere geneeswijzen, en gooit helderzienden, chiropractoren en homeopathen op één hoop.

Allereerst moet in een proefproces, waarin de IGZ stelt dat het een symbolische waarde heeft, Jomanda worden aangeklaagd. Haar wordt, in het vorige week verschenen rapport van de IGZ, verweten een dubbele fout te hebben gemaakt, die tot de vroegtijdige dood van Sylvia Millecamp geleid zou hebben. Ten eerste wordt haar een diagnostische fout verweten, doordat zij aanvankelijk had gesteld dat het geen kanker was. Ten tweede zou zij Millecamp niet hebben doorverwezen naar reguliere behandelwijzen als chemotherapie of borstamputatie.

Als het stellen van een verkeerde diagnose reden is om een therapeut te vervolgen of de discipline waartoe hij behoort te verbieden diagnoses te stellen, zou onmiddellijk de gehele reguliere geneeskunde een diagnoseverbod opgelegd moeten krijgen, gezien het feit dat bij de tienduizenden foute diagnoses die zij alleen in Nederland al per jaar stelt, die van de Jomanda's en de serieuze alternatieve geneeswijzen als chiropractie, osteopathie en homeopathie in het niet vallen. Honderden specialisten en duizenden reguliere artsen zouden jaarlijks aangeklaagd moeten worden.

Het tweede bezwaar is ernstiger, omdat het onschuldig lijkt, maar de kern van de zaak raakt, waar de hele discussie eigenlijk om zou moeten draaien: de vrijheid van keuze van de patiënt. In het geval van Jomanda en Sylvia neemt de minister in feite de vrijheid en dus verantwoordelijkheid van de patiënt weg en verlegt hem naar de (alternatieve) therapeut. Daar wordt die vrijheid, uit het zicht van de verwarde burger, vervolgens alsnog geschonden door de voorgenomen, als precedent bedoelde vervolging van Jomanda. Die vrijheid, dat recht van de burger om zelf zowel een therapeut als een geneeswijze te kiezen, zonder zich daarbij tegenover de staat te moeten verantwoorden, kan de patiënt echter helemaal niet afgenomen worden, ook niet op indirecte wijze. Dat recht is onvervreemdbaar.

Bovendien is de keuzevrijheid van de patiënt een wassen neus als hij steeds minder heeft om uit te kiezen, hetgeen het geval wordt als door de staat als “onwetenschappelijk” gekwalificeerde geneeswijzen gaandeweg het recht om diagnoses te stellen wordt ontnomen. Dat is uiteindelijk als kiezen tussen Saddam, Saddam of Saddam, het soort verkiezingen met een uitslag van 98% voor één kandidaat. Dat is natuurlijk schijnvrijheid en de bewering van de minister dat hij de keuzevrijheid van de patiënt niet wil aantasten, vormt een afleidingsmanoeuvre.

Uit die vrijheid van het individu volgt bovendien dat de burger als patiënt het recht heeft om fouten te maken. De burger heeft het recht om een (in de ogen van de staat en reguliere medici) “verkeerde” behandelwijze te kiezen, op een “verkeerde” partij te stemmen of een “verkeerd” beeld van de geschiedenis te hebben. Het verplichten van alternatieve therapeuten om hun patiënten door te verwijzen naar reguliere methodes en daar zelfs op aan te dringen, vormt een indirecte aanval op de keuzevrijheid van de patiënt.
Het gaat ook niet aan om kiezers bij het stemhokje verplicht te laten informeren dat zij beter op de PvdA of het CDA kunnen stemmen dan op de SP of de LPF, of alternatieve boekhandels te verplichten om de klant aan te raden Adam Smith te lezen in plaats van Karl Marx of andersom.

De minister koppelde vervolgens op volstrekt ontoelaatbare wijze Jomanda aan de homeopathie. Dat is een redenering van het soort: in Amsterdam Slotervaart zijn problemen met Marokkaanse jongeren, daarom zijn alle Surinamers in Nederland crimineel. Hij onderbouwde die koppeling met zijn persoonlijke ervaring, aangezien hij eens een teleurstellend bezoek heeft afgelegd bij een homeopaat. Draai je dat om, dan kun je met dezelfde redering stellen: ik heb een penicilinekuurtje gevolgd dat niet aansloeg, dus werkt de reguliere geneeskunde niet. Ik heb een voetschimmel gehad, maar het zalfje dat mij voorgeschreven werd werkte niet, dus is mijn huisarts een kwakzalver. De homeopathie heeft natuurlijk net zo weinig met Jomanda te maken, als de reguliere geneeskunde en de associatie van beide door de minister is onhoudbaar.

De logische bewijskracht van één persoonlijke ervaring wordt bovendien opgeheven door een tegengestelde persoonlijke ervaring. De ervaring van Hoogervorst valt weg tegen de honderduizenden Nederlanders, waaronder ikzelf, die positieve ervaringen met homeopathie hebben en dus als getuigen kunnen optreden, dat homeopathie wel werkt, in een aantal gevallen zelfs beter dan allopathie.

Verder stigmatiseerde de minister de homeopathie als “onwetenschappelijk”. Wie bepaalt wat wetenschappelijk is? De staat, in de persoon van de minister van Volksgezondheid? Kunnen we die vraag niet beter aan de universiteiten, of beter nog, aan de wetenschappers zelf overlaten? Meet de staat zich, vanachter een zandwolk van honderden bladzijden rapportage en tegenstrijdige ministeriële uitspraken, het recht aan om te bepalen wat wetenschappelijk juist is, zoals in de Middeleeuwen de kerk bepaalde wat religieus juist was?

Ik heb sterk de indruk dat de staat de burger als patiënt veel minder serieus neemt dan als kiezer. Het is daarbij de vraag of de staat zich over de patiënt ontfermt omdat zij die als kwetsbare persoon wil beschermen of dat zij over de rug van de toch al kwetsbare patiënt probeert om onafhankelijke geneeskundige stromingen te muilkorven. In laatste instantie “beschermt” de staat de patiënt, dwz de burger, dwz het individu, niet tegen een ondeugdelijke therapeut of behandeling, maar tegen zijn eigen vermeende onvermogen om de juiste keuze te maken, oftewel tegen zich zelf. Dat gaat te ver. De staat heeft even weinig recht om het individu tegen zijn eigen fouten te beschermen, als de kerk om hem tegen zijn zondige aard te beschermen.

De ervaring leert dat fundamentele vrijheden doorgaans niet in één klap, maar geleidelijk worden aangetast. Het is net schaken tegen Karpov: er wordt ondoorzichtig wat geschoven in het achterveld en als je doorhebt wat er aan de hand is, sta je verloren. Daarom is het belangrijk, nu in de laatste paar rapporten de streefrichting van de IGZ aan de dag is getreden, kordaat stelling te nemen: tot hier en niet verder. Deze salamitactiek dient onverwijld een halt toegeroepen te worden. De vrijheid om zelf een geneeswijze te kiezen behoort tot het heilige domein van de vrijheid van het individu, waar de staat, belangengroepen en beroepsgroepen niets te zoeken hebben. Daar is geen compromis over mogelijk.

De auteur is publicist en partner in het Orifiël Instituut voor Sociale Wetenschappen


Meer informatie op www.orifiel.org

Gepubliceerd in het Parool van 26-2-2004